Welkom bij de poëziewandelroute van Bobby Kinghe!
We beginnen onze wandeling door de historische binnenstad van Dordrecht bij de Draaibrug op de Binnen Kalkhaven. Deze gietijzeren brug is vermoedelijk ontworpen door Stadsarchitect G.N. Itz. Deze architect tekende verder voor de Lange IJzeren Brug en de Damiatebrug die verder op onze route liggen. De gedichten bij dit brugwachtershuisje zijn van de hand van dichteres Maria Ros ‘De Brugwachter‘ (1) en Jehanne Hulsman ‘Hier zat hij‘ (2).
We lopen door over de Binnen Kalkhaven. De nummer 19, 27, 31, 35, 37, 39 en 45 staan te boek als rijksmonumenten. Voor een mooi uitzicht over de rivier de Oude Maas kunt u ook via de Buiten Kalkhaven lopen. We slaan rechtsaf de Korte Kalkhaven op langs Café restaurant Merz om linksaf de Prinsenstraat te nemen. Na een kleine 100 meter komen we aan bij het brugwachtershuisje dat hoorde bij de Leuvebrug. Het huisje heeft maar relatief korte tijd een functie als brugwachtershuisje gehad. In 1937 werd de Leuvebrug vervangen door de huidige vaste brug. In dit brugwachtershuisje onder de Grote Kerk had de Dordtse schrijver Kees Buddingh’ enige tijd een ruimte waar hij rustig kon schrijven. Hij schreef er niet – zoals abusievelijk vermeld op het bordje van de ANWB – het bekende gedicht De Blauwbilgorgel. Dat schreef hij in Zeist. Historicus en schrijver Kees Klok liet er zich wel inspireren tot een gedicht over C. Buddingh’. Het gedicht is getiteld: ‘Laag pitje‘ (3). Het huisje doet tegenwoordig dienst als transformatorhuisje van Stedin. Voor dit huisje schreef ook Pieter Breman een gedicht: ‘Eenzame Brugwachter‘ (4).
De Leuvebrug is ontworpen door de Dordtse architect A.J. Argelo. Op de brug zien we afbeeldingen van een melkmeisje, een dronken man, een gevangene en een houtpikker. Allemaal verwijzingen naar activiteiten die vroeger rond deze brug plaatsvonden,respectievelijk: Melkschepen, Horeca, de Vuilpoort gevangenis en de Houtvletterij. De beelden zijn ontworpen door kunstenaar Hilde Krop. Voormalig stadsdichter Marieke van Leeuwen schreef bij deze plek het gedicht: ‘Brugwachtershuisje‘ (5).
Over de brug gaat de route links verder over de Korte Gelderse Kade. Daar zien we – als we linksaf slaan – wederom een gietijzeren draaibrug: de Mazelaarsbrug. De brug wordt nog met de hand bediend en is enkele jaren geleden gerestaureerd. Het huisje net over de brug is het Mazelaarshuisje. Hier kregen zakkendragers vroeger hun lading toebedeeld. Het heeft nooit dienst gedaan als brugwachtershuisje. Als we rechtsaf het Maartensgat oplopen komen we ter hoogte van nummer 19 een gedicht tegen van Jan Eijkelboom (rechts naast de rode deur). Jan Eijkelboom was stadsdichter van Dordrecht en tevens Nederlands eerste stadsdichter.
De route gaat verder over het Maartensgat en rechtsaf over de Korte Engeleburgerkade naar de Engelenburgerbrug. De Engelenburgerbrug is één van de vier brugger die de Binnenstad en Het Nieuwe Werck verbindt. Dit kleine eilandje tussen de Nieuwe Haven en de Oude Maas herbergt 4 musea, aan de Nieuwe Haven: Museum van Gijn, Museum 1940-45 en Het Nationaal Onderwijsmuseum. En aan de Wolwevershaven: het Dordts Patriciërshuis. De huizen aan de overkant van het brugwachtershuisje zijn een geliefde plek voor fotgrafen bij hoogwater. Zij staan dan ook in buitendijks gebied. De eerste brug op deze plek stamt uit 1560. De huidige brug is gebouwd in 1910. Het titelloze (vorm-)gedicht is van Peter M. van der Linden (6).
De route gaat verder over de Nieuwe Haven met z’n 29 rijksmonumenten. We passeren de Lange IJzeren Brug, vereeuwigd in een gedicht door Stadsdichter Jan Eijkelboom (niet in deze uitgave opgenomen). ook deze brug heeft geen brugwachtershuisje. Als de brug open moet komt er een brugwachter aangefietst.
We vervolgen de Nieuwe Haven richting het Vlak met het veel gefotografeerde dok van Straatman. In Tapasbar ’t Vlak op de hoek loopt u de kans een Dordtse dichter aan de bar aan te treffen (u bent gewaarschuwd). De aangrenzende Roobrug is de enige ‘vaste’ brug die het NIeuwe Werck met de rest van Dordrecht verbindt. Eén van de weinige boten die onder deze brug door kan varen is de fluisterboot. Met deze boot kunt u een rondvaart doen door de historichte havens van Dordrecht.
Via de Nieuwe Haven komen we bij de Damiatebrug. Een klassieke dubbele ophaalbrug met een wel heel klein brugwachtershuisje. Ook deze brug is ontworpen door stadsarchitect Georg Nicolaas Itz. Het gedicht bij dit huisje komt van de hand van dichter Joss Kok: ‘Kijkdoos‘ (7). Op het Damiatebolwerk iets verderop vindt u in de kademuur nog een bekende dichtregel van Jan Eijkelboom: “Wat blijft komt nooit meer terug”.
We lopen langs het Drierivierenpunt en de historische Groothoofdspoort naar de Boomstraat. Daar treffen we de Boombrug. Een brug met niet één maar twee brugwachtershuisjes. Jacoline de Heer schreef het gedicht bij het eerste brugwachtershuisje, het heet: ‘Waarnemer‘ (8). Het gedicht van Maria Ros, getiteld ‘Schilder Onder Water‘ (9) hoort bij het andere gebouwtje. We slaan linksaf de Merwekade op. Vanaf het einde van deze kade vertrekken de waterbussen naar Zwijndrecht, Sliedrecht, Papendrecht en Rotterdam. Voorbij Het Veerhuis vinden we de brug op het Noorderhoofd, dit is de nieuwste brug van de route. De brug is in 2009 gebouwd en verbindt de Merwekade/Riedijk met het Noorderhoofd. Het gedicht bij deze nog jonge brug is van de hand van Josse Kok en luidt: ‘Uitzicht‘ (10).
Het gedicht (11) bij de Schuttevaerkade is geschreven door Pieter Breman. U vindt het in dit gedicht genoemde huis ter hoogte van Schuttevaerkade nummer 191. In de gevel van een nieuw gebouw treft u daar de tekst ‘Brugwachter’ aan. Met dit gedicht zijn we gekomen aan het einde van de Bobby Kinghe Poëzieroute. Naast de route zijn er nog een aantal andere gedichten bij bruggen en brugwachtershuisjes.
EINDE ROUTE
Wilt u de route nog voortzetten?
Neem dan de Noordendijk richting de molen en het Energiehuis. Sla linksaf de Oranjelaan op langs Villa Augustus richting de Prins Hendrikbrug. Hier vindt u het brugwachtershuisje met het gedicht ‘Wachten‘ (12) van Maria Ros. Het laatste gedicht is geschreven voor de Vriesebrug in het centrum van DOrdrecht. Deze brug ligt tussen de Vriesestraat en het Vrieseplein. U herkent het aan de Viskiosk en de ‘Kleine Griek’. Het gedicht is geschreven door Jehanne Hulsman en luistert naar de titel ‘Voor bij water‘ (13).